Fijn dat er zulke levendige gesprekken plaatsvinden, maar wat heb je er concreet aan in de praktijk?
Beljaars: ‘Om te beginnen moet de leiding oppakken wat mensen hun hein laten zeggen. Hier waren bijvoorbeeld de kleedruimtes te klein. Daar kwam commentaar op. Door dat snel aan te pakken, merken de mensen dat er naar hen geluisterd wordt.
Verder stimuleren we “je hein laten spreken” tijdens overleg. Dat voeren we regelmatig met de ploegen die het werk uitvoeren. Daarin bespreken we onder andere de risico’s en hoe wij denken dat je daar het best mee om kunt gaan. Dan moedigen we hen zeer aan om het te zeggen als ze daar andere ideeën over hebben. Dus dat wordt wel concreet.
Heel belangrijk zijn ook de hein-ambassadeurs op de werkvloer, de “vrienden van hein”. Dat zijn mensen die enthousiast zijn over hein en wat steviger in de groep staan. Zij zijn extra ogen en oren op de werkplaats en laten hun hein spreken. Bovendien helpen zij mensen die iemand niet direct durven aan te spreken. Iedereen kan naar zo’n “vriend” lopen.’
Scoort het alleen op praktische punten, zoals die kleedruimtes, of verandert ook echt de mentaliteit?
Beljaars: ‘Mentaliteit is niet iets wat van de ene op de andere dag verandert en al helemaal niet met zoveel personele wisselingen. De vaste kern is nu een jaar bezig en bij hen leeft het echt. Dat is ook objectief vastgesteld.
De bouwwereld kent een zogeheten Safety Awareness Audit. Die meet het veiligheidsbewustzijn. Op dit project hebben we een score van 74. Ik heb nog nooit gehoord dat iemand 80 heeft gehaald, dus 74 is al heel hoog. Zo’n hoge score kun je nooit helemaal toeschrijven aan hein. Maar het is ook zeer onwaarschijnlijk dat hein daar niet aan zou bijdragen. Ik constateer vanuit eigen waarneming dat hein voor een groot deel aan die hoge score bijdraagt.’
Een belangrijke component van hein is humor. Raar in combinatie met veiligheid.
Beljaars: ‘Toch niet, want door humor ontstaat zo’n open sfeer dat je je eigen vergissingen toegeeft. Die herkennen we van elkaar. Daar lachen we dan samen om; heel bevrijdend.
Tijdens de hein-sessies zijn tekenaars aanwezig die cartoons maken over de onderwerpen die ter sprake komen. De cartoon die op jouw verhaal slaat, ken je na drie jaar nog.
Wij gebruiken de cartoons ook om hein levend te houden. We hebben de zogenaamde cartoon van de maand. Na een projectoverleg zoekt iemand er een uit die actueel is. Dan praten we daar met elkaar over. Vervolgens plakken we die onder onze mails. En we hangen ze overal op.’