Dit lijkt wel een reclamepraatje. Is het echt overal halleluja?
Posthumus: ‘Nee, zo simpel is het natuurlijk niet. Het hein-principe overbrengen, is goed te doen, zeker met alle tools die we daarvoor hebben gekregen. Maar het ook laten werken is een ander verhaal. Dat vraagt elkaars vertrouwen winnen. Zoals: wat gebeurt er met de informatie die je eerlijk deelt?’
Meijnen: ‘Lang niet alles gaat goed, maar alles is wel heel goed bespreekbaar.’ Posthumus: ‘Zeker bij offshore projecten valt nog het nodige te verbeteren. Risicovol werk. Op zee. Weinig ruimte. Grote hoogte. Daar hebben we vanuit ons kantoor in Den Haag veel minder zicht op. Dus dan komt het helemaal aan op intrinsieke motivatie.
Bovendien zijn de collega’s daar vaak maar met zijn tweeën. Ga dan maar eens elkaar aanspreken op ongemakkelijke dingen waar je tegenaan loopt. Dat is extra moeilijk als je zo enorm op elkaar bent aangewezen. Terwijl het juist dan hard nodig is.’
Wat kan hein daar dan aan verbeteren?
Posthumus: ‘Meteen al bij de start van hein wordt de drempel om elkaar aan te spreken veel lager. Dat is van grote waarde.’
Meijnen: ‘Terwijl hein juist in het begin heel simpel en grappig is.’
Posthumus: ‘In hein-sessies wordt geluisterd. Mensen durven op te staan. Te zeggen waar zij tegenaan lopen. Waarom ze bijvoorbeeld de voorgeschreven kleding niet aantrekken. Dat leidt tot heel open discussies. En dan kan de gezamenlijke conclusie zijn, dat die kleding toch noodzakelijk is. Op zo’n manier creëer je draagvlak. En dat is veel natuurlijker en harmonischer dan dreigen met ontslag.’
Meijnen: ‘Inmiddels zijn we zo ver dat ik alleen maar hoef te zorgen dat het gesprek op gang komt. Dan komen de mensen zelf met een oplossing.’
Siemens ging als een van de eerste bedrijven met hein in zee. Er is sindsdien gesleuteld aan het concept. Merk je dat?
Meijnen: ‘Er is een belangrijk psychologisch deel bij gekomen. Dat gaat over alle excuses die we hebben voor het maken van de verkeerde keuzes. En hoe we die rechtpraten, tegen onszelf en/of anderen. Daarover gaat het gesprek normaliter nooit, maar wel met hein. En dat geeft veel (zelf)inzicht. Iedereen heeft die excuses. Dus hein heeft gezelschap gekregen van een hele groep excuusguusen.’
Posthumus: ‘En allerlei tools, zoals de hein-manager, waarmee je zelf aan de slag kunt. Die zijn er ook later bijgekomen.’ Meijnen, lachend: ‘Achteraf gezien hadden we bij de start in 2010 dus maar een half verhaal. Maar toch maakte dat al veel los.’
Gaat hein bij jullie over veiligheid, of is het breder?
Posthumus: ‘Er wordt van alles aangekaart. En op een respectvolle manier. We hebben een open cultuur. Dat merk je in de hele organisatie. Het onderwerp veiligheid is zeker niet verdwenen. Maar dat heeft ook alles te maken met de algehele cultuur. Er bestaat geen bedrijf waar het onwijs goed loopt, maar wel elke maand een dode valt. Veiligheid, kwaliteit en performance gaan hand in hand.’ Meijnen: ‘Zo was er pas een levendige discussie over “blind staren op procedures”. Waar ligt de dunne scheidslijn tussen “goed voor de kwaliteit” en “belemmerend doordat je niet meer zelf nadenkt”. En ik hoefde aan die discussie niets toe te voegen; dat liep gewoon.’